De ene patiënt ligt in vuil linnen, de andere in de watten

Op twee weken tijd zijn in Brussel twee voorzieningen voor ouderen en psychiatrische patiënten op bevel van de inspectiediensten met onmiddellijke ingang gesloten. Telkens liggen ernstige klachten van ondervoeding, verwaarlozing of gebrek aan hygiëne aan de oorzaak van de sluiting.

De inspectiediensten van het RIZIV, de Sociale Zekerheid en de gemeente Anderlecht vielen vrijdag 11 oktober in de psychiatrische instelling Apollo binnen. Wat ze vaststelden hoorde tot het verleden te behoren: ouderen van meer dan 65 jaar die geen bed hadden om op te slapen, geen verwarming, geen telefoon, één badkamer voor 33 bewoners, slechts drie personeelsleden en nauwelijks medische begeleiding. De kleren en de linnen werden niet meer gewassen omdat de facturen van het kuisbedrijf niet meer werden betaald. Op bevel van de Anderlechtse burgemeester werd de psychiatrische instelling gesloten en werden de patiënten verdeeld over andere ziekenhuizen en rusthuizen.

Eind september werd door de inspectie van de Brusselse overheid besloten om het rusthuis Les Héliotropes met onmiddelijke ingang te sluiten. Na klachten kwam er een inspectie en op basis van die rapporten werd er beslist tot ingrijpen. Naast ernstige tekortkomingen op het vlak van verzorging en hygiëne is ook ondervoeding vastgesteld bij bewoners. Ook hier werden de 30 bewoners opgevangen in andere rusthuizen.

Beide gevallen hebben een aantal kenmerken gemeen: het gaat om kleine instellingen die kwetsbare mensen opvangen, psychiatrische patiënten en ouderen, onder een privaat winstgevend statuut. Beide gevallen tonen ook aan dat de controlediensten werken, al kan het soms een tijdje duren. De continuïteit van de zorg werd in beide gevallen niet gegarandeerd door de voorziening zelf, het waren andere rusthuizen en ziekenhuizen die voor de noodopvang van de gedupeerde bewoners en patiënten moesten zorgen. De personeelsleden zijn uiteraard hun job kwijt en de familieleden van de patiënten hebben er een zorg bij. Controle op de kwaliteit is absoluut noodzakelijk maar onvoldoende om iedereen een toegankelijke, kwaliteitsvolle en betaalbare zorg te garanderen.

Vermarkting als gevolg van dreigende tekorten in het gesubsidieerde en erkende zorgaanbod kan twee richtingen uitgaan. De Brusselse voorbeelden zitten aan de onderkant met ondervoeding, ernstige verwaarlozing, mishandeling en totaal gebrek aan personeel door besparingen.

Aan de bovenkant vindt men projecten als Zilveravenue met appartementen van 75m² tot 200m². Wie op de leeftijd van 75 jaar en vanaf 2010 wil verblijven in een foyerflat in Kasteel Cantecroy in Mortsel of in een van de nieuwe torens op het Eilandje in Antwerpen moet intekenen op een obligatielening.

Vanaf 75 jaar is het verblijf gratis op een maandelijkse kost van 900 à 1200 euro na. In de service zitten uiteraard hoteldiensten, verpleging en verzorging. Zilveravenue plant tientallen gelijkaardige projecten in België en wordt voor 25% mee gefinancierd door de Federale Participatiemaatschappij, een onderdeel van de Federale overheid.

Nog in het hoogste segment vindt men de Nederlandse ontwenningskliniek Solutions die een vestiging heeft in Antwerpen. Een therapie bij hen kost al gauw 20.000 €.

De verschillende voorbeelden zijn uiteraard extremen maar ze tonen effecten van dualisering aan als gevolg van de vermarkting van de zorg en van bestaande of toekomstige tekorten in het aanbod.

Ons huidige model van gezondheidszorg en sociale diensten is nog altijd gebaseerd op de principes van solidariteit, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Commercialisering en onbeantwoorde behoeften ondermijnen deze waarden en zullen onvermijdelijk de dualisering en ongelijkheid doen toenemen.

Het behoud en de versterking van ons sociaal model zal niet vanzelf gebeuren. Het zal een kwestie van politieke en maatschappelijke keuzes zijn. Laten we het afglijden naar dualisering en ongelijkheid toe of proberen we iedereen een kwalitatieve, betrouwbare, toegankelijke en betaalbare zorg aan te bieden?

Het zou op zijn minst een merkwaardige evolutie zijn als we in ons land zouden kiezen voor meer ongelijkheid in de zorg. In de Amerikaanse verkiezingscampagne wordt op dit moment gedebatteerd over het hervormen van de gezondheidszorg om alle Amerikanen de toegang tot degelijke zorg aan te kunnen bieden.

De verschillende nationale, regionale en lokale overheden moeten daarom voldoende financiële middelen voorzien én hun rol spelen in de erkenning, programmatie, en de controle van de dienstverlening. Er moet op tijd ingespeeld worden op behoeften en noden opdat commerciële actoren de kans niet krijgen ‘gaten’ in het aanbod op te vullen. Dit geldt zowel voor de ziekteverzekering en de Sociale Zekerheid als voor het aanbod (rusthuizen, kinderopvang).

Tot slot kan men zich ook de vraag stellen of het de rol is van de Federale Overheid om via de Federale Participatiemaatschappij te investeren in zeer luxueus zorgaanbod, voor een kleine bemiddelde groep, terwijl er in de komende decennia nood zal zijn aan bijkomend aanbod dat toegankelijk is voor iedereen.

Olivier Remy, Sectorverantwoordelijke ouderenzorg LBC-NVK
Mark Selleslach, Nationaal Secretaris LBC-NVK non-profit