Johan vanuit de Filippijnen ++ deel 4 ++ verkiezingen

Maandag 21 mei 2007. Verkiezingen op de Filippijnen gaan steevast samen met massale fraude en geweld. Vooral de verkiezingsfraude in 2004 bij de verkiezing van huidige presidente Arroyo is wijdbekend. Arroyo raakte toen verkozen met de welwillende hulp van de officiële COMELEC (Commission of Elections) die 1 miljoen stemmen overschreef op Arroyo ten nadele van Fernando Poe Jr. Het geweld bij de verkiezingen is al even legendarisch. 111 doden in 2001, 187 in 2004 en in 2007 stond de teller op 17 mei op 147!

Ik ben ingeschakeld in het IOM-team, wat staat voor “International Observers Mission”. Initiatiefnemer tot deze commissie is Bisschop Elmer Bolocon van de UCCP, de protestantse kerk op de Filippijnen. De doelstelling van de IOM is “het ondersteunen van en bijdragen tot de inspanningen van het volk en de democratische volksorganisaties om de cyclus van electorale fraude en geweld in de Filippijnen te counteren”. De bisschop laat er geen twijfel over bestaan dat het geweld ruimer is dan deze tussen de oppositie en de regering. Ook binnen de regeringspartijen tussen de huidige presidente Arroyo en de vroegere dictator Marcos zijn de afrekeningen genadeloos. Maar nog meer laakbaar zijn volgens de bisschop de bedreigingen, ontvoeringen, verdwijningen en moorden op leiders en leden van progressieve organisaties die kritisch staan tegenover de regering.

De verkiezingen 2007 zijn tussentijdse verkiezingen. Op nationaal vlak wordt de helft van de 24-koppige senaat vernieuwd en wordt het lagerhuis (“congress”) geheel vernieuwd. Deze laatste is enerzijds samengesteld uit 212 verkozenen uit evenveel districten en anderzijds wordt ook een nationale vertegenwoordiging (maximum 53) verkozen voor ondervertegenwoordigde en gemarginaliseerde groepen en organisaties via de zogenaamde party-list verkiezingen. Op die manier kunnen ook vakbonden, vrouwenorganisaties, boeren en jongeren in het lagerhuis een verkozen vertegenwoordiging hebben. Tot slot op regionaal vlak zijn er de provinciale verkiezingen voor gouverneur en op plaatselijk vlak worden de burgemeesters en gemeenteraden vernieuwd.

Kleurrijk zijn deze verkiezingen wel en dat is een groot verschil met België. Aan álle huizen hangen affiches, zelfs op de daken, geen enkele jeepney of tricycle is gespaard. Elkeen lijkt zijn eigen kandidaat te steunen. De straten zien eruit alsof eerstdaags een groot feest gaat losbarsten. Wie tot de 12 gegadigde senatoren wil behoren moet zeer rijk zijn want de kandidaat-senatoren besteden elk ongeveer 4 miljoen dollar aan verkiezingsuitgaven. Maar ook de congreskandidaten per verkiezingsdistrict zijn dikwijls de plaatselijke grootgrondbezitters van de steeds terugkomende namen van rijke politieke families.

Met de IOM worden we ingedeeld in 9 verschillende teams die elk de verkiezingen zullen observeren in een andere regio. Wij vertrekken naar de provincie Quezon, 200 km ten zuiden van de hoofdstad Manilla. De provincie Quezon is een boerenstreek met hectarengrote kokosplantages. Drie grote kokosplantages zijn eigendom van Victor Reyes die in één van de vier districten van de provincie kandidaat is voor de congresverkiezingen. Of de boeren ook voor hem gaan stemmen is zeer de vraag want vorig jaar in november waren er stakingen en betogingen op zijn plantages voor hogere lonen en voor landherverdeling. De betoging werd door de militairen hardhandig uiteengeklopt en 47 boeren werden gearresteerd. De militairen zijn in deze provincie manifest aanwezig onder het mom van het tegenhouden van de communistische guerrilla. Bijna elk dorp heeft zijn AFP militair checkpoint en zijn veelvuldige PNP politiepatrouilles. De 1,7 miljoen inwoners van Quezon zijn straatarm. Uit de gegevens van de laatste bevolkingstelling blijkt dat 19% van de bevolking geen toegang heeft tot drinkbaar water, 34% van de huishoudens heeft geen toilet en 18% van de kinderen is er ondervoed. Wie het evenwel aandurft de strijd op te nemen tegen de armoede kan zijn leven riskeren. Ik werd stil toen Juliet, onze plaatselijke gids, me aan tafel vertelde dat haar vader in 2004 vermoord werd omdat hij de plaatselijke boeren organiseerde.

Zondag 13 mei brengen we een bezoek aan de plaatselijke gouverneur. Hij is bereid ons een aanbevelingsbrief te schrijven die toegang verleent tot stem- en telbureaus om onze observatietaak te vergemakkelijken. Maandag 14 mei is het verkiezingsdag. We staan om 3 uur ’s morgens op om de militaire checkpoints te vermijden en om in alle vroegte om 7u in het dorp Catanauan aan te komen. In het parochiaal centrum worden we ontvangen door een priester van de PPCRV, de Parish Pastoral council for Responsable Voting. De PPCRV organiseert duizenden onafhankelijke kerkelijke vrijwilligers over het ganse land verspreid die toezien op het correcte verloop van de verkiezingen. Ze worden ook door de COMELEC officieel gedoogd en zijn gemandateerd om direct na de verkiezing de eerste officieuze quick-count te doen, zodat hun telling kan vergeleken worden met de latere officiële telling. Aan de stembureaus kom ik de burgemeester van Catanauan tegen. Hij geeft me toegang tot de stembureaus. Hier geen oproepingsbrieven of identiteitskaarten. Wel verkiezingslijsten met foto’s van de kiezers hoewel sommige verkiezingslijsten dan weer niet altijd zo up-to-date zijn want verschillende mensen erop blijken al overleden. De vingerafdruk geldt hier als bewijs van stemming. Een druppel onuitwisbare inkt op de vinger moet in principe vermijden dat men zich nog elders gaat aanbieden om te stemmen want ook de vote-padding, gaan stemmen in verschillende stembureaus, zou nogal eens voorkomen. Ik vraag de burgemeester of het klopt wat ik deze morgen van de PPCRV gehoord heb dat vote-buying, het kopen van stemmen, wijdverbreid is in de Filippijnen. Hij bevestigt me “off the record” onomwonden dat dit zo is. Want zegt hij, de armen hebben geld nodig, en dus het kopen van hun stem is heel normaal, hetgeen de burgemeester schijnbaar ook heel normaal vind. In de loop van de dag zetten we onze tocht verder en bezoeken we nog de stembureaus van General Luna, Macaleon en Lopez. We worden overal zeer vriendelijk ontvangen door de mensen van de PPCRV, ook de plaatselijke COMELEC vertegenwoordigers zijn ons genegen maar de politie kijkt achterdochtig toe.

Dinsdag 15 mei worden de eerste stemmen geteld. We bezoeken achtereenvolgens Sariaya, Lucena, Candelaria en Pagbilao. In Sariaya staan voor het begin van de telling een 100-tal vrouwen buiten te wachten. Blijkt dat voor het tellen van de stemmen alle “teachers” zijn opgevorderd. Het beroep van leraar op de Filippijnen is duidelijk een vrouwenberoep. We observeren de telling die niet overal even secuur verloopt. De gemeentelijke, provinciale en nationale telbureaus zijn volgens de media een bron van massale fraude. “Dag-dag bawas” is één voorbeeld : de stemmen van één kandidaat worden weggenomen en toegevoegd aan de stemmen van de andere kandidaat. Onze controle in het telbureau van de gemeente Pagbilao loopt mis. Zelfs de aanbevelingsbrief van de gouverneur helpt niet om toegelaten te worden tot de telbureaus. De stemmen zijn ten andere al allemaal geteld, zo wordt ons gemeld en de onafhankelijk wachters zijn ook al niet meer aanwezig. Ons aandringen helpt niet. Of toch wel? Buiten worden we opgewacht door een 20-tal militairen…

Het duurt in de Filippijnen verschillende weken voor men weet wie de verkiezingen gewonnen heeft. In België wist de radio al op de ochtend van de verkiezingen te melden dat de pro-president Arroyo kandidaten zouden winnen. Dat blijkt een week na de verkiezingen met 1/3de van de stemmen geteld niet zo te zijn want de verhouding oppositie – onafhankelijken – regering in de senaat staat op 7 – 2 – 3 in het voordeel van de oppositie. Alleen is op de Filippijnen alles mogelijk want in sommige politiek onstabiele provincies worden de verkiezingen direct mee georganiseerd door de militairen. Zo is in de provincie Maguindanoa in Mindanao de onmogelijke uitslag genoteerd van 0 – 0 – 12 in het voordeel van de regeringskandidaten. Alzo is alles nog mogelijk!