Leegloop bij onthaalouders door gebrekkig sociaal statuut

Het aantal onthaalouders is in de afgelopen vijf jaar gezakt van 7.000 naar 5.300. Een vermindering met een kwart. De onthaalouders die er nog zijn vangen elke dag zo’n 30.000 kinderen op. Volgens de LBC-NVK ligt het slechte sociaal statuut aan de basis van de leegloop.

Nu was er altijd al veel verloop onder de mensen die het beroep van onthaalouder uitoefenden. Er waren er heel wat die als onthaalouder begonnen maar die na verloop van tijd toch weer afhaakten. Alleen, de voorbije jaren hielden veel meer onthaalouders het voor bekeken dan dat er bijkwamen. Als die evolutie aanhoudt, zijn er over een aantal jaar geen onthaalouders meer, iets waarvoor de LBC-NVK al lang waarschuwt.

Drie jaar geleden voerde onze vakbond al via de sociale media de campagne Wat als er geen onthaalouders waren?. Precies om te onderstrepen dat het beroep zou uitsterven als onthaalouders niet gauw dezelfde rechten zouden krijgen als alle andere werknemers.

Daar zit dan ook de kern van het probleem. Onthaalouders hebben een heel gebrekkig sociaal statuut. Zij werken meer dan 50 uur per week. Ze krijgen geen loon maar een onkostenvergoeding. Met die vergoeding moeten ze ook bedjes, parkjes, kinderstoelen, twee maaltijden per dag en nog veel meer betalen. Omgerekend houden onthaalouders netto zo’n drie euro per uur over. Ze hebben geen recht op betaalde vakantie of vakantiegeld. Onthaalouders hebben maar een schamel pensioen en een beperkt ziekteverlof. Ze hebben geen dertiende maand en geen eindejaarspremie.

Sociale dumping in Leuven

Dat onthaalouders zo een erg goedkope vorm van kinderopvang vormen is ook de stad Leuven niet ontgaan. In een grootschalige mediacampagne, ondersteund door de werkgevers van Unizo, pakt de stad uit met een uniek initiatief. De dienst onthaalouders zal onthaalouders aan het werk zetten in de lokalen van bedrijven. Deze laatsten moeten slechts een minimale inspanning leveren en kunnen zich profileren als gezinsvriendelijk. “De opvang met onthaalouders heeft niet zo strenge regels”, wordt er nog bij gezegd.

Het hoeft niet gezegd dat de LBC-NVK absoluut not amused is met deze aanpak. Een onthaalouder aan het werk zetten voor groepsopvang in bedrijvenzones en zo iemand laten werken voor een onkostenvergoeding met flexibele uren in een 50-urige werkweek, met amper een deftige sociale bescherming: in welke sector zouden we dat aanvaarden in Vlaanderen? Als bepaalde kringen willen dat mensen worden tewerkgesteld in initiatieven zoals dat van Leuven, moeten die onthaalouders ook een arbeidsovereenkomst krijgen, vindt de LBC-NVK.

Jarenlange inzet

Meer dan 15 jaar voerde de LBC-NVK campagne voor een volwaardig werknemersstatuut voor onthaalouders. In 2014 lukte het om een eerste, uiterst belangrijke stap, te zetten. Op 1 januari 2015 werd gestart met een proefproject. Een eerste groep onthaalouders werkt nu als echte werknemers met een volwaardig werknemersstatuut en alle rechten en plichten die daarbij horen.

Het spreekt voor zich dat het verhaal voor de LBC-NVK hier zeker niet stopt. De vakbond eist dat alle onthaalouders hun job kunnen doen op een deftige manier, met goede loon- en arbeidsvoorwaarden.

Rein werkt voortaan met een arbeidsovereenkomst

Eén van de onthaalouders die voortaan een arbeidsovereenkomst zal hebben, is Rein. Zij doet haar verhaal.

Waarom was je kandidaat om mee te doen aan het proefproject?

REIN: “Een belangrijke reden om me kandidaat te stellen is het feit dat er nu erkenning komt voor de stelling dat onthaalouder een echt beroep is. Al jaren ijveren wij met een aantal collega’s niet alleen voor die erkenning maar ook voor een volwaardig werknemersstatuut dat ons een vast inkomen garandeert, zodat we niet meer afhankelijk zijn van de vraag of bepaalde kindjes al dan niet komen.”
“Met het nieuwe werknemersstatuut wordt een beroep, dat met uitsterven is bedreigd, nieuw leven ingeblazen. Het wordt nu ook voor jongeren mogelijk om in de sector in te stappen zonder inkomensverlies te lijden.”

Hoe verloopt het momenteel voor jou?

“Het is momenteel een kwestie van vallen en opstaan. Ik hoop dat ik binnenkort mijn arbeidscontract kan tekenen. Gelukkig word ik door mijn vakbond genoeg geïnformeerd over mijn rechten en plichten.”

Wat zal het werknemersstatuut hopelijk veranderen?

REIN: “De zekerheid van een vast maandelijks inkomen, dat wordt een flinke verandering. En we zullen ook een aanvaardbaar aantal kindjes per dag moeten opvangen. Zonder statuut moet je puzzelen met overbezettingen om aan een gemiddelde volledige bezetting te geraken.”

Is er al iets veranderd aan je werksituatie?

REIN: “Ja, momenteel zijn er heel wat discussies over de arbeidstijd en het aantal op te vangen kindjes. Die twee elementen bepalen of je voltijds of deeltijds werkt. In een aantal gevallen wordt toegestaan dat er op vier dagen voltijds gewerkt wordt. Maar dat is dus niet altijd zo.”
“Mijn dienst vraagt mij nu om, in tegenstelling tot vroeger, ook op woensdag te werken. Maar mijn opvangplan, zonder woensdagwerk, is voor een jaar of langer vastgelegd. Ze geven mij nu al dikwijls een overbezetting. Hoe die overbezetting wordt geregeld zal voor mij dus dringend moeten worden uitgeklaard.”

Rein sluit af met een positieve noot: “In januari waren er veel afwezigheden door ziekte maar toch zal ik voor januari mijn gewaarborgd inkomen krijgen. Joepie!”

Dit artikel verscheen eerder in Ons Recht, het maandblad van de LBC-NVK.