Kinderopvang slaat alarm

In Vlaanderen mag niemand kinderopvang organiseren zonder daarvoor een vergunning te hebben. En dat is een goede zaak. Maar in de opvang tegen inkomenstarief bestaan er grote verschillen in de financiering ervan door de overheid. Het verschil in de overheidsbijdrage kan oplopen tot 50%.

Maar sinds 2014 moet die opvang wel aan dezelfde (kwaliteits)voorwaarden voldoen. Om de financiële verschillen weg te werken beloofde de Vlaamse regering een groeipad in zeven fases tot 2020. Ondertussen is er al een halve stap gezet, zodat het personeel in de laagste subsidietrap voor opvang tegen inkomenstarief iets meer dan het wettelijk verplichte minimumloon krijgt. Het blijkt dat veel van die opvangvoorzieningen maar met moeite het hoofd boven water kunnen houden.

Niet oké

Dat is geen goede zaak voor de organisatoren die alle zeilen moeten bijzetten om hun voorziening leefbaar te houden en toch hun personeel zien vertrekken. Dat is geen goede zaak voor de kinderen die gebaat zijn bij een stabiele opvangsituatie en voor ouders die de beste kwaliteit verwachten van de kinderopvang.

Maar dat is ook geen goede zaak voor de werknemers, die, afhankelijk van de opvang waar ze werken, meer of minder verdienen hoewel ze wel hetzelfde werk doen. Die situatie is in strijd met het gelijkheidsbeginsel waarin een overheid voor gelijke vereisten (de vergunning voor inkomensgerelateerde opvang) een gelijke behandeling moet geven.

Het probleem neemt nog toe doordat, via de uitbreidingsrondes voor opvangplaatsen de laatste jaren, naar verhouding de laagst gesubsidieerde plaatsen het meest toegenomen zijn.

Actie

Drie kinderopvangorganisatoren hebben de handen ineen geslagen en zijn een actiegroep gestart. Zij vragen alle organisatoren, medewerkers, ouders en geïnteresseerden om hun actie te steunen, door het tekenen van de petitie of de facebookpagina. De handtekeningen worden eind september overhandigd aan minister Vandeurzen.

De actiegroep vraagt de Vlaamse regering en minister van Welzijn Jo Van Deurzen om de gemaakte beloftes na te komen en werk te maken van het beloofde financiële groeipad. Niemand in de kinderopvang wil inboeten op kwaliteit. Wij willen de opvang leefbaar houden in het belang van het personeel en de dienstverlening aan de Vlaamse gezinnen.