Op 1 maart 2007 werden de onderhandelingen over het nieuwe decreet volwassenenonderwijs “afgerond”. In dit decreet zijn belangrijke bepalingen opgenomen voor de sector basiseducatie inzake de toekomstige financiering, de opdrachten en de algemene organisatie van de basiseducatie vanaf september 2008.
Een ander belangrijk luik is het nieuwe personeelsstatuut. Het is immers de bedoeling dat het personeel van de basiseducatie vanaf 01/09/2008 rechtstreeks onder de bevoegdheid van het onderwijs valt. De overheid is van mening dat het personeel niet het onderwijsstatuut “an sich” krijgt, maar wel een zogenaamd CODO-statuut (Contractueel Departement Onderwijs). En dit statuut moet “ingevuld” worden door onderhandelingen. Naast de wijze waarop “onderhandeld” werd over het nieuwe statuut – immers het decreet dat het officiële overlegorgaan voor de sector basiseducatie binnen onderwijs regelde werd inmiddels door de Raad van State vernietigd – blijven in de uiteindelijke voorstellen een aantal heel belangrijke knelpunten over.
Eén gelijk statuut voor gelijk werk
Nu is iedereen gelijk voor de wet. Voor elke werknemer van de basiseducatie gelden momenteel de loon- en arbeidsvoorwaarden van het PC329.00. Uit de besprekingen is gebleken dat de overheid alleen afspraken wil maken voor die personeelsleden die met “decretaal” geld worden betaald. Positief is, dat door het nieuwe decreet deze groep uitgebreid wordt. Het gaat hier over personeel gefinancierd op basis van:
- De decretale enveloppe;
- De extra middelen NT2;
- Middelen voor onderwijs aan gedetineerden;
- Sociale maribellers;
- Gesco-personeelsleden.
Globaal betekent dit ongeveer 70% van de personeelsleden van de basiseducatie. De bedoeling is dat dit personeel rechtstreeks zou betaald worden door de overheid. Voor de collega’s betaald met additionele middelen (bijv. OCMW projecten, middelen van de VDAB) wil de overheid geen engagement nemen.
Zij zegt dat daarvoor onderhandelingen moeten gevoerd worden met de werkgevers, waarbij de werkgevers uiteindelijk dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden moeten garanderen. Bijkomend element is dat ook de collega’s van het VOCB niet onder het nieuwe CODO statuut zullen vallen (waaronder dan wel is evenmin duidelijk) en er bovendien voor hen géén garantie op behoud van de volledige bestaande tewerkstelling is.
Dat kan voor ons niet. Het kan niet dat mensen, enkel en alleen op basis van financiering, andere – lees slechtere – loon- en arbeidsvoorwaarden zouden hebben dan hun naaste collega. Ons uitgangspunt is en blijft: gelijk statuut voor gelijk werk! Een ander knelpunt: veel mensen worden betaald met een “mix” van middelen. Hoe men dat concreet zal oplossen is evenmin duidelijk.
Wettelijke knelpunten
In de sector voor het socio-cultureel werk bestaan een aantal zeer goede regelingen. Eén voorbeeld is de CAO tijdskrediet met daaraan gekoppeld de Vlaamse Aanmoedigingspremies voor de Vlaamse non-profit sector bij het opnemen van bijv. zorgverlof, ouderschapsverlof of een landingsbaan. In het onderwijs bestaat er geen tijdskrediet, maar wel het “oude” systeem van loopbaanonderbreking. Naast het minder gunstig zijn van de vergoedingen hiervoor, openen deze echter niet de toegang tot de aanmoedigingspremies…
Vroeger uitstappen, bijv. met brugpensioen gaan, zal niet meer kunnen. Brugpensioen bestaat niet in het onderwijs. In het VIA-akkoord is er een opbouw naar een aanvullend pensioen, de zogenaamde tweede pensioenpijler voorzien. Wat met de toegang tot de tweede pensioenpijler indien men overstapt naar onderwijs? Deze knelpunten hebben we reeds anderhalf jaar geleden overgemaakt aan de overheid. Tot op heden werd hierover nog op geen enkel moment grondig over onderhandeld, laat staan een oplossing naar voren gebracht!!
Centrumopdracht en vakantiedagen
Naast de invoering van een nieuw statuut, moeten de centra ook fusioneren. Dit wil ook zeggen dat de bestaande afspraken in de centra op elkaar moeten afgestemd worden. Zo bestaan in de verschillende centra aparte afspraken over de wekelijkse arbeidsduur en/of aantal vakantiedagen. In een aantal centra wordt 36 uur per week gewerkt in plaats van 38 uur en/of bestaan er bijkomende vakantiedagen bovenop de wettelijk voorziene.
Uiteraard willen de werknemers deze verworvenheden behouden in hun nieuwe centrum. Om de fusies makkelijker te kunnen laten verlopen hebben we aan de overheid én aan de werkgevers voorgesteld om:
- Voor iedereen de 36-uren week te voorzien;
- 32 betaalde vakantiedagen;
- Een aantal bijkomende feestdagen. Wij waren daarvoor bereid om te onderhandelen over de bestaande CAO’s inzake bijkomend verlof voor 35-44-jarigen, de 45+ regeling, … Op dit voorstel zijn noch de overheid, noch de werkgevers willen ingaan.
En wat nu?
De vakbondsmilitanten zijn allesbehalve akkoord met wat voorligt. Het moet duidelijk zijn dat de huidige voorstellen niet aanvaardbaar zijn en de eventuele aanvaarding van het CODO-statuut ernstig op de helling zet. Wij eisen daarom dat er op korte termijn en binnen een duidelijk tijdspad verdere besprekingen gevoerd worden met de overheid én werkgevers. We willen daarom een KRACHTIG signaal geven. Daarom roepen we u op om massaal deel te nemen aan een actie. Deze vindt plaats op vrijdag 30 maart om 10u30 aan het Kabinet Onderwijs – Kon. Albert II – laan 15, BRUSSEL Verzamelen aan het Noordstation.
Om aan iedereen de kans te geven om aanwezig te zijn, is een stakingsaanzegging ingediend bij het Paritair Comité 329. Leden die loonverlies zouden lijden, hebben recht op stakerssteun. Er kan ook voorzien worden in gemeenschappelijk busvervoer naar Brussel. Contacteer hiervoor uw afgevaardigden of regionale vakbondskantoren.