Kinderen en commerce slechte combinatie

Op 9 juni bezocht de Antwerpse schepen voor jeugd, Nabilla Ait Daoud (N-VA), een kinderopvangproject van Sodexo in Parijs. Haar hotelkosten werden door de multinational betaald. De LBC-NVK vindt het op zijn minst verbazend dat een aantal mensen, met burgemeester De Wever op kop, het normaal vinden dat een multinational een schepen op studiereis stuurt.

Het probleem van het tekort aan opvangplaatsen in de kinderopvang is niet nieuw. Het idee om dat tekort te laten wegwerken door multinationals en commerciële spelers kinderopvang aan te laten bieden ook niet. In alle landen waar de overheid kinderopvang in commerciële handen gaf zijn de gevolgen voor de overheid, de ouders en hun kinderen en de werknemers van de sector negatief.

In Nederland moest de overheid miljoenen extra investeren om ervoor te zorgen dat de kinderopvang betaalbaar bleef en toch ging de kwaliteit van de kinderopvang en de loon- en arbeidsvoorwaarden van het personeel er serieus op achteruit. In Australië ging het beursgenoteerde kinderopvangbedrijf ABC in 2008 failliet nadat het 30% van de markt in handen had. In één klap verloren duizenden gezinnen hun opvangplaats.

Maar we hoeven zo ver niet te gaan om te zien wat commercialisering in de zorg in de realiteit betekent. De wantoestanden in een deel van de commerciële rusthuizen die vorig jaar aan het licht kwamen zouden moeten volstaan om in te zien dat het maken van winst en het zorgen voor mensen niet samengaan.

Of willen we een kinderopvang waar de verzadigingsgraad van de pampers van onze kinderen eerst een bepaald percentage moet halen vooraleer ze ververst worden? Willen we dat een maaltijd niet meer dan een paar euro's mag kosten? Willen we onze kinderen in handen geven van werknemers die op zijn van de stress? Zo'n kinderopvang is gewoon vragen om ongelukken.

De LBC-NVK wil dat de overheid kiest voor een kwaliteitsvolle kinderopvang met voldoende personeel met goede loon- en arbeidsomstandigheden. Het belang van het kind moet centraal staan in de kinderopvang en niet het geld dat commerciële bedrijven eraan kunnen verdienen.