Minister Muyters schrapt 800 jongerenbanen in de non-profit

Vakbonden en werkgeversorganisaties uit de non-profit zijn ongerust over een besparingsmaatregel van minister van Werk Muyters uit de begrotingsopmaak voor 2017. Nu meer details over dit akkoord naar buiten komen, blijkt dat door het schrappen van de jongerenbonus in de non-profit 800 banen voor laaggeschoolde jongeren bedreigd zijn.

Concreet gaat het om begeleiders en logistieke functies in de buitenschoolse kinderopvang, om logistieke functies, animatoren en chauffeurs in dagverzorgingscentra en om kansen voor jongeren in het stelsel deeltijds leren/deeltijds werken binnen heel de non-profit.

Volgens de sociale partners bieden die banen niet enkel kansen voor laaggeschoolde jongeren, een groep die het zeer moeilijk heeft op de arbeidsmarkt, maar treft deze besparing ook de gezinnen die gebruik maken van de buitenschoolse kinderopvang en mantelzorgers die hun bejaarde familielid of partner enkele dagen per week laten opvangen in dagverzorgingscentra. Door die besparing kan de dienstverlening wegvallen of duurder worden voor de gebruiker.

De werknemers- en werkgeversorganisaties uit de betrokken sectoren maken zich ernstig zorgen over de tewerkstellingskansen van deze kwetsbare groep als deze maatregel ongewijzigd vorm krijgt. Zij betreuren bovendien dat minister Muyters niet ingaat op hun vraag naar verder overleg. Zij begrijpen ook niet dat de minister een maatregel schrapt die plaatsen oplevert voor werkplekleren op een moment dat de Vlaamse regering resoluut gaat voor het versterken van duaal leren.

Samengevat:

- De jongerenbonus is een federale maatregel in het kader van het Generatiepact, die in 2015 werd overgeheveld naar de regio’s.
- Zorgt voor jobcreatie in 4 projecten, samen goed voor 340 voltijdse tewerkstellingsplaatsen.
- Begeleiders en logistieke functies in de buitenschoolse kinderopvang: 54.7 voltijds equivalenten.
- Dagverzorgingscentra: logistieke en animatie-functies (54.7 voltijds equivalenten) en jobs in vervoer van en naar deze centra (71.2 voltijds equivalenten).
- Deeltijds onderwijs: 150 halftijdse banen.
- In 2015 waren bijna 800 laaggeschoolde jongeren hierin betrokken.
- Totale besparing: 10 miljoen euro.