Enkele dagen geleden viel de arbeidsinspectie binnen bij de Antwerpse ambulancedienst Ambuce. De aanleiding daarvoor waren de klachten van werknemers over de werkomstandigheden.
De werknemers presteren per maand een elftal shiften van 24 uur. Tijdens die shiften werken ze natuurlijk geen 24 uur, maar zijn ze wel 24 uur paraat. Het kan dan gebeuren dat ze 2,3 of 4 keer per nacht uitrukken, met telkens enkel een korte rustpauze tussenin. Tel daar nog eens de vervanging van een collega die ziek is of verlof heeft bij, en je weet dat die werknemers op heel korte tijd heel veel uren moeten werken. Bovendien worden niet al die uren betaald, want de werkgever beschouwt die nachten als een soort van wachtdienst. Een praktijk die meer regel dan uitzondering is in de sector.
“Ronduit gevaarlijke toestanden”, aldus Bart Thys, vakbondssecretaris van de LBC-NVK, “Die lange dagen, onderbroken nachten… En je dan in het verkeer wagen en met patiënten werken. Het is een wonder dat er niet meer ongevallen gebeuren. Die 24-uren shiften moeten opgesplitst worden, en liever vandaag nog dan morgen.”
Maar daar schermt de CEO van Ambuce, en bij uitbreiding de hele sector, met de krappe financiering. Ook al kreeg de sector onlangs 35 miljoen euro extra van Minister De Block, toch zijn er geen centen genoeg om meer shifts en meer uren te betalen. Bovendien gedragen tal van kleine diensten zich als cowboys en bieden ze hun diensten tegen dumpingprijzen aan. Dat zet druk op ondernemingen die correct willen werken.
“De overheid heeft twee opdrachten”, besluit Bart Thys, “en die zijn: de sector beter financieren en beter reguleren.”