Deze maand wil het Vlaams Parlement de knoop doorhakken over de verdere privatisering van de publieke zorgsector. Sinds een aantal jaren is het al mogelijk om in de openbare sector ‘zorgbedrijven’ op te richten. Dat gaf de OCMW-instellingen meer autonomie en maakte schaalvergroting mogelijk door over de gemeentegrenzen samen te werken. Maar de zorg – en het zorgbeleid – bleef in overheidshanden. Nu wil het parlement een stap verder gaan en de sector ook openstellen voor private commerciële partners.
“De bedoeling is duidelijk,” zegt Jan Mortier van ACV Openbare Diensten. “Het is een besparingsoperatie. Op dit moment kost de zorg de lokale besturen veel geld. Ze betalen elk jaar een dotatie om de zorg betaalbaar te houden. Door de sector te privatiseren en zelfs te commercialiseren door de oprichting van vennootschappen of toe te laten dat vennootschappen een participatie nemen in het zorgbedrijf, zou die dotatie wegvallen.”
Hogere prijzen en personeelsbesparing
Dat is geen goed idee. “De omvorming naar privé-vennootschappen heeft grote gevolgen voor zowel het personeel als de gebruikers van de zorg,” waarschuwt Olivier Remy van ACV Puls. “Privé-investeerders willen winst maken door bijvoorbeeld het vastgoed van de zorginstellingen onder te brengen in aparte vennootschappen, om dan opnieuw te verhuren aan de zorginstellingen. De factuur komt dan bij het personeel en de gebruikers terecht via hogere dagprijzen en besparingen bij het personeel. Hoewel dat lange tijd werd ontkend, maakte een recent rapport duidelijk dat de prijzen in private commerciële woonzorgcentra hoger liggen en dat daar minder zorg tegenover staat. Er is minder personeel per bed. En dat merk je natuurlijk.”
“Een recent rapport maakte duidelijk dat de prijzen in private commerciële woonzorgcentra hoger liggen en dat daar minder zorg tegenover staat.”
Ook voor het personeel is de omvorming geen goed nieuws. “Voor het zorgpersoneel in de woonzorgcentra kan dat nog meevallen,” legt Jan uit. “Die zouden van de overheidssector overgaan naar PC 330, waar de loon- en arbeidsvoorwaarden vergelijkbaar zijn. We werken al langer aan een harmonisering van de lonen. Maar andere werknemers zullen slechter af zijn.” De privatisering gaat immers een stuk breder. “De zorgbedrijven baten vaak ook een dienstenchequebedrijf uit. Dat omvormen naar een privaat dienstenchequebedrijf zou een serieuze achteruitgang zijn voor het personeel.” Olivier: “zorgbedrijven hebben doorheen de jaren ook diensten voor gezinszorg, thuisverpleging en kinderdagverblijven opgericht. Die dreigen ook deels in commerciële handen terecht te komen.”
Bovendien valt te vrezen dat delen van de zorginstellingen zullen worden afgesplitst en ondergebracht in sectoren waar de lonen lager liggen. Want er moet bespaard worden om de rekening te doen kloppen als de overheidsfinanciering wegvalt. “Keuken- en onderhoudspersoneel of administratieve diensten zouden dan worden ondergebracht in PC 200, waar de lonen veel lager liggen. Dat is uiteraard geen goede evolutie,” aldus Olivier.
Negatief advies
De voorbije maanden heeft het ACV fors geprotesteerd tegen de plannen. En het staat daarin niet alleen. Ook de Vlaamse Raad Welzijn, Volksgezondheid en Gezin formuleerde een sterk negatief advies. En in juli vroeg een brede groep van middenveldorganisaties in een open brief om van de plannen af te zien. Maar de coalitiepartners in de Vlaamse regering willen van geen wijken weten.
“Als reden voor de privatisering halen ze aan dat de huidige publieke zorginstellingen benadeeld worden, omdat ze geen gebruik kunnen maken van de verminderde werkgeversbijdrage die wel voor de private zorgsector geldt,” legt Jan uit. “Door de privatisering zouden ze daar wel gebruik van kunnen maken. Dat klopt. Maar er zouden ook initiatieven kunnen genomen worden naar de federale regering om die verschillen weg te werken. Of de Vlaamse regering zou aan de publieke sector een compensatie kunnen geven. Dan is die ongelijkheid óók van de baan, met veel minder ingrijpende gevolgen.”
Het is op dit moment vooral het Antwerpse zorgbedrijf dat staat te popelen om private partners binnen te halen. “In Antwerpen gaat het om ongeveer 4.000 werknemers die van het gemeentelijk Zorgbedrijf zouden overgaan naar verschillende vzw’s en vennootschappen. Maar als andere gemeenten dezelfde weg opgaan, gaat het uiteraard om een veelvoud daarvan. Gelukkig zijn de meeste andere zorgbedrijven niet meteen geïnteresseerd in dergelijke constructies.” Maar de investeerders liggen op de loer. “Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 verwachten we niet meteen veel beweging. Deze privatisering is een zeer gevoelig dossier. Maar na die verkiezingen zou er wel eens een stroomversnelling kunnen komen. We zullen ons daar als ACV krachtig tegen verzetten,” stelt Olivier.