BRUGGE - Maandagavond ging in het Brugse Hof van Watervliet een debat over de vermarkting van de zorg door. De organisatie was in handen van het ACW en de panelleden waren Mark Selleslach (LBC-NVK non-profit), Sandra Rosvelds (ACW-studiedienst), Luc Goutry (CD&V) en Vera Van der Borght (Open-VLD). Jos Demarest fungeerde als moderator.
Sandra Rosvelds mocht het debat openen en stelde dat zorg toegankelijk én betaalbaar én kwaliteitsvol moet zijn. Een commerciële ingesteldheid brengt zo’n zorg in het gedrang.
Een stelling waarbij Mark Selleslach (LBC-NVK non-profit) zich volmondig aansloot. Winstbejag brengt de kwaliteit in het gedrang, wat sommigen ook mogen beweren. In de praktijk ziet LBC-NVK non-profit maar al te vaak dat commercieel denken en kwaliteitsvolle zorg moeilijk samengaan. Niet de winst, maar de solidariteit en collectiviteit moeten bij gezondheids- en welzijnszorg centraal staan.
Vera Van der Borght stelde op haar beurt dat de overheid moet zorgen dat de gezondheidszorg kwaliteitsvol en betaalbaar is en blijft, maar vond dat er geen monopolie mocht zijn voor vzw’s en ocmw’s. De volksvertegenwoordigster van Open-VLD stelde dat de instellingen van de openbare sector verlieslatend zijn en dat de koepels van de vzw’s de ziekenhuizen moeten helpen om zelfbedruipend te zijn. Van der Borght vond het belangrijk een open debat te voeren, met open vizier – een stelling die ze tijdens het debat meermaals herhaalde.
Luc Goutry gaf de zaal eerst een lesje in de geschiedenis van de Belgische gezondheidszorg. Die ontstond in de schoot van de congregaties – een gegeven dat verklaard waarom ongeveer 50% van de instellingen private vzw’s zijn met een katholieke inslag. Dertig procent van onze instellingen heeft een openbaar statuut en 20% is van commerciële aard. Goutry hield een pleidooi voor een gezonde mix van échte non-profitinstellingen en meer commercieel gerichte ondernemingen. Die laatste zullen volgens Goutry altijd slechts aanvullend kunnen zijn, want zij laten de zware risico’s over aan de overheid en kiezen voor patiënten met een minder zwaar profiel.
Daarop ontspon zich een bij momenten hevig debat. Sandra Rosvelds wees herhaaldelijk op een aantal effecten van vermarkting die niet altijd direct zichtbaar zijn. Bijvoorbeeld de krapte in de kinderopvang, die resulteert in duurdere minicreches. Daar worden vooral gezinnen met lagere inkomens door getroffen want zij missen vaak die informatie die hen op tijd naar goedkopere opvangmogelijkheden zou leiden. Het ACW vreest dat een zelfde mechanisme binnenkort wel eens in de ouderenzorg zou kunnen gaan spelen. Betaalbaarheid en toegankelijkheid komen in het gedrang als vermarkting zijn intrede doet. Mark Selleslach wees op de minder goede arbeids- en loonsvoorwaarden van het personeel in de commerciële instellingen – een argument waar vooral Vera Van der Borght omheen probeerde te fietsen.
Ook de toehoorders in de zaal namen enthousiast deel aan het debat. Het aanwezige personeel uit de non-profitsector klaagde het gebrek aan voldoende gekwalificeerd personeel aan. Er werd ook gewezen op het onevenwicht tussen economisch en sociaal denken in onze maatschappij.
Al met al een goed en geanimeerd debat, het zal zeker en vast niet het laatste zijn. Helaas kunnen we niet alle argumenten en stellingen weergeven in een kort artikel...Die ervaring was het voorrecht van de aanwezigen natuurlijk!