Sedert de acties begin jaren 1990 vormt de revalidatiesector een belangrijke groep binnen de non-profitbeweging. In de revalidatiesector werken zo’n 5.000 personeelsleden, een niet onbelangrijk deel hiervan is lid van de LBC-NVK. Vooral de acties voor de loonharmonisatie blijven bij ieder personeelslid van deze sector bekend als de grote doorbraak op vlak van loon- en arbeidsvoorwaarden.
Midden jaren 90 werd na lang actievoeren beslist om de personeelsleden van de revalidatiesector dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden toe te kennen als hun collega’s van de privé-ziekenhuizen. Heel wat personeelsleden maakten op dat moment een loonsverhoging mee van meer dan 10%.
Door zich in te schrijven in de evolutie van de lonen van de ganse non-profitsector kon de sector verder ook genieten van de voordelen die door verschillende acties werden toegekend. In 1996 werd terug na lang actievoeren het systeem van sociale maribel opgestart. Omwille van de verhoogde werkdruk maakte het personeel toen de keuze om niet loonsverhoging, maar wel bijkomend personeel als speerpunt te gebruiken tijdens de acties. Het gevolg bleef niet lang uit .... Ondertussen werken door het systeem van sociale maribel heel wat personeelsleden extra in de revalidatiesector.
De laatste twee sociale akkoorden, in 2000 en 2005 stonden vooral in het teken van de eindeloopbaanproblematiek. Sedert het laatste akkoord krijgen personeelsleden van de centra vanaf 45 jaar een aanzienlijke verhoging van hun verlofdagen, 12 dagen extra op 45 jaar, 24 vanaf 50 jaar en 36 vanaf 55 jaar. Ook de administratieve “oudere” werknemers krijgen vanaf 50 jaar een aantal verlofdagen bij.
De grote uitdaging voor de sector is de verlaging van de drempel van syndicale afvaardiging die ingaat vanaf oktober 2007. Momenteel is er slechts syndicale vertegenwoordiging mogelijk in instellingen met meer dan 50 werknemers. Eind 2009 wordt deze drempel verlaagd naar 20 werknemers. Hierdoor krijgt ieder centrum de kans om een syndicale vertegenwoordiging op te starten.