Samenlevingsopbouw organiseert maatschappelijk kwetsbare groepen. Samen met hen pakken buurtwerkers en opbouwwerkers gemeenschappelijke problemen aan en maken ze hun buurt, stad, dorp of streek meer leefbaar. Daarbij ligt de klemtoon op de verbetering van de kwaliteit van het (samen)leven. Samenlevingsopbouw werkt aan een beleid dat afgestemd is op de noden en behoeften van maatschappelijk kwetsbare groepen.
In heel Vlaanderen en Brussel had Samenlevingsopbouw eind vorig jaar 260 werknemers. Het ging om 170 werknemers met een vast contract, 85 medewerkers die werden gefinancierd via lokale ‘convenanten’ en zowat tien personeelsleden op basis van projectfinanciering.
Tijdelijke financiering
Voor bijna 40 procent van de normale werking moet Samenlevingsopbouw het hebben van tijdelijke financiering. Die bron van inkomsten staat onder druk. In 2014 zijn er bij Samenlevingsopbouw bijna 15 werknemers minder. 17 procent van de jobs op basis van lokale convenanten ging verloren.
Het geld waarmee de Vlaamse overheid steden en gemeentes financierde om beleid te ontwikkelen rond maatschappelijk kwetsbare groepen, maakte de jongste tientallen jaren plaats voor een versterkte lokale autonomie. Dat bleef niet zonder gevolgen.
Wanneer het gaat om de werkgelegenheid op basis van lokale convenanten, gingen 17 jobs verloren en kwamen er slechts 2,5 bij. Zo vielen er klappen bij Samenlevingsopbouw Antwerpen-stad (6,5 jobs minder), Samenlevingsopbouw Antwerpen-provincie (drie jobs), Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen (één job), Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen (drie jobs) en RISO Vlaams-Brabant (één job).
Gebrek aan zekerheid
72 mensen werken vandaag in het kader van een lokale convenant. In meer dan de helft van de gevallen moet die convenant jaarlijks verlengd worden. Dat leidt tot grote onzekerheid en geeft weinig perspectief om een duurzame band met de doelgroep op te bouwen. De politieke verkiezingen binnen enkele maanden vergroot die onzekerheid nog. Wat als de nieuw te vormen regering ervoor kiest om nog meer te besparen op haar sociaal beleid.
Samenlevingsopbouw wil dat elke Vlaamse en Brusselse gemeente blijft investeren in sociaal beleid en haar maatschappelijk kwetsbare inwoners niet in de kou zet. Besparen op sociaal beleid is verkeerd. Een gegarandeerd deel van het Gemeentefonds moet worden gereserveerd voor lokaal sociaal beleid, zoals gebeurde bij het Sociaal Impulsfonds.
Projectsubsidies
De sector wil ook dat de Vlaamse overheid niet langer projectsubsidies gebruikt om de inzet van personeel te financieren. Dat geld moet worden toegevoegd aan de basissubsidiëring van de Vlaamse welzijnssector. Zo kan de ‘decretale financiering’ versterkt worden zonder gevolgen voor de begroting.
Samenlevingsopbouw wil niet dat de wetgeving rond openbare aanbestedingen wordt toegepast op convenanten die sociale organisaties sluiten met plaatselijke besturen.
Een Vlaamse regering die de crisis wil bestrijden, doet er ook verstandig aan om in de welzijnssector te investeren. De basissubsidiëring van de sector Samenlevingsopbouw kan zeker beter.