Het rommelt in het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA). De directie kondigde aan dat er niet langer verpleegkundigen zullen meerijden met de ambulances. De LBC-NVK vindt dat dat ten koste gaat van de kwaliteit van de hulpverlening. Wij spraken met Wouter Bernaerts, afgevaardigde van de LBC-NVK in ZNA.
Wat is er in ZNA aan de hand?
Op de ondernemingsraad van februari kondigde de directie aan dat verpleegkundigen niet langer zullen meerijden met de ambulances. Tot nu toe was er steeds een verpleegkundige van de spoeddienst aan boord. Die wordt vanaf 1 april vervangen door de tweede ambulancier.
De directie had daarvoor een contract afgesloten met de externe partner zonder dat daar over op voorhand overleg met ons was geweest. Wij zijn daarop de mening gaan vragen van het personeel van de spoeddiensten. De verpleegkundigen daar zeggen ons dat die beslissing van de directie gevolgen zal hebben voor de kwaliteit van de hulpverlening.
Wat zal het verschil zijn in kwaliteit?
Als een ambulance uitrijdt en de medische urgentie is op voorhand bekend dan rijdt er altijd een Mobiele Urgentie Groep of MUG mee. In die MUG zit een arts en een verpleegkundige. Maar de situatie is niet altijd zo duidelijk. Zo kan het gebeuren dat bij aankomst van de ambulance er toch onmiddellijk dringende verpleegkundige handelingen moeten gesteld worden.
Dat kan ook het geval zijn wanneer de ambulance eerst ter plaatse is en de MUG op zich laat wachten. Wij hebben een gedeelde MUG en het kan dus even duren eer die ter plaatse is. In dat geval kan de verpleegkundige die met de ambulance meerijdt al een aantal dringende handelingen doen. De urgentiehandelingen van een verpleegkundige zijn toch nog altijd van een andere aard dan diegene die een ambulancier mag doen.
Ambulanciers hebben geen paramedische opleiding en zijn vaak vrijwilligers die dat graag doen en dat ook goed doen. Maar die natuurlijk een beperking hebben zowel in hun opleiding als in de handelingen die ze technisch kunnen stellen. Een reanimatie kunnen zij perfect doen maar een verpleegkundige doet dat met een ander inzicht en met een andere kennis.
De verpleegkundige bereidt ook tijdens de rit terug naar het ziekenhuis de opname op de spoed al voor. Hij doet een aantal verpleegkundige taken die het werk op de spoeddienst zelf sneller doen verlopen. Hij doet een eerste onderzoek, steekt infusen, neemt bloed af enzovoort.
Vervang je de verpleegkundige door een ambulancier dan zal dat kwalitatief wel degelijk een stap achteruit zijn voor de Antwerpse bevolking.
Hoe gaat het verder?
Wij eisen dat de directie de maatregel in de koelkast zet en met ons begint te praten. De werknemers op de spoeddienst staan onder een enorme druk. Jaar na jaar nemen het aantal prestaties op de spoed toe maar de financiering volgt niet. Dat is een probleem dat aangepakt moet worden. Maar het plan van de directie om niet langer verpleegkundigen te laten meerijden met de ambulance is daarvoor geen oplossing.
Toen wij zijn gaan praten met de verpleegkundigen van de spoedafdeling hebben zij al heel wat voorstellen gedaan om hun werkdruk te bespreken. Zij zeggen ons ook dat de winst die gemaakt wordt door die verpleegkundige niet mee te sturen verwaarloosbaar klein is.
Dat moeten we met de directie kunnen bespreken maar zij is daar niet op ingegaan. Wij hebben dan een stakingsaanzegging gedaan. Op vrijdag 21 maart is er een verzoeningsvergadering gepland. Als die niets oplevert dan sluiten wij acties niet uit. Wij merken een hele grote actiebereidheid bij de verpleegkundigen op de spoed. Die mensen kiezen ook bewust voor die actie op het terrein. En als zo eenzijdig wordt aangekondigd dat dat niet langer kan dan zijn zij absoluut niet tevreden.
De spoed bij ons is een actieve groep. Nog al wat verpleegkundigen maken deel uit van B-FAST (Belgian First Aid and Support Team) en gaan geregeld op missie naar het buitenland. Dat zijn mannen van de actie. Dat is hun profiel. Als je hen binnen wil houden dan zal er op zijn minst gepraat moeten worden.