In verkiezingstijd voeren onze politici veel debatten. Maar bij het Groot Zorgdebat van ACV Puls, toch de grootste vakbond, zeker in de zorg, weten ze dat de inzet groot is. Hier zal hun kennis van zaken blijken. En of hun bezorgdheid authentiek is. Alle partijen benadrukten alvast dat meer steun voor de zorg nodig is. Iets anders zou op zo’n debat natuurlijk verbazen. Investeren willen ze nu allemaal, de ene al meer dan de andere. Ook over de nodige beleidshervormingen is er veel consensus. En uitgebreid verslag van het debat vind je hier, enkele indrukken lees je hier.
Kathleen Depoorter van N-VA promootte een aangepaste taakverdeling: zorgmedewerkers kunnen taken van het overbevraagd verplegend personeel overnemen. Herorganiseren dus. Liesbet Sommen (CD&V) viseerde de prestatiefinanciering. Die leidt tot overconsumptie in de zorg en wakkert een negatieve concurrentiestrijd tussen de voorzieningen aan. Inzetten op de basisfinanciering is de boodschap, de centen anders inzetten. Egbert Lachaert (Open VLD) wil efficiënter management en meer instroom van personeel, bijvoorbeeld door gepensioneerden te activeren. Petra De Sutter (Groen) wil de uitstroom vermijden door het personeel meer ademruimte te geven via zorgstelsels. Maak de job leefbaar! Lise Vandecasteele (PVDA) wees op het gevaar van de vermarkting: dan verhogen de prijzen en daalt de personeelsinzet. Zo verlies je kwaliteit. Het winstmodel past simpelweg niet in de zorg! Tina Van Havere (Vooruit), tenslotte, benadrukte dat de administratie is doorgeslagen. De prioriteit moet terug naar de zorg zelf. Middelen moeten naar de patiënten gaan, niet naar de supplementenzwendel van de artsen of de vastgoeddeals van aandeelhouders.
Opgejaagd wild. Zo voelen de zorgwerkers zich, getuigden kinesiste Katty en verpleegkundige Iris. ‘We werken gehaast, want we willen efficiënt zijn, niet te duur. Het ritme ligt hoog, steeds meer patiënten per uur. Wie zich wat ziek voelt, gaat toch werken. Anders komen collega’s in de problemen. En door dat gebrek aan zelfzorg riskeer je langdurige ziekte. Zo is de cirkel rond. Daarin zit de onzekerheid: hoe hou je dit vol tot aan je pensioen? Er zijn acht ministers van gezondheidzorg, maar wij als verpleegkundige zouden niet efficiënt werken? Hoezo?’
Het kreeg Lachaert op zo’n paard. ‘Je moet middelen wel goed gebruiken. Een zak geld beloven is gemakkelijk. Wees toch ook creatief in plaats van altijd maar naar geld van boven te vragen! Stop toch met lacherig te doen over efficiëntie.’ Uit de zaal volgde spontaan de reactie dat de middelen voor gehandicaptenzorg al tien jaar niet geïndexeerd zijn.
‘Draai de besparing op het tijdskrediet terug!’, zo gooide PVDA een balletje op. ‘Wie gaat dat betalen?’, reageerde N-VA meteen. Vooruit volgde: die oppositiepartij zou onrealistisch zijn, onhaalbare voorstellen doen. Tijdskrediet, ‘niet haalbaar’? Wie graag een geanimeerd debat wou, vond zijn gading: ‘Het enige wat niet haalbaar is’, pareerde Vandecasteele, ‘is werken tot uw 67ste!’ En voegde er nog aan toe: ‘er is geen natuurwet die zegt dat de 30-urenweek onmogelijk zou zijn.’
‘Politici doen wel beloftes, maar die blijven dode letter in regeringsprogramma’s?’, met die vraag blies de moderator het vuur verder aan. ‘Je zit helaas niet alleen in een regering’, antwoordde CD&V. Bij zijn inleiding wees Olivier Remy, algemeen coördinator van de non-profit, nog op het grote democratische draagvlak bij de bevolking voor een vermogensbelasting. Die voorzet zweefde stil over de bevlogen discussie heen. Dat zal voor een volgend debat zijn?