Werknemers Orpea bijten van zich af

OCMW’s, vzw’s en pure privé-ondernemingen exploiteren ouderenresidenties waar ook zorg wordt verstrekt aan de bewoners. De LBC-NVK is erg verontrust over het oprukken van de platte commercie in deze sector. Wat er bij het Franse Orpea gebeurt, is een goed voorbeeld. Nou ja, goed.

Woonzorgcentra en assistentiewoningen – het nieuwe woord voor serviceflats – zijn de bekendste voorbeelden van ouderenresidenties. Zij krijgen van de Vlaamse overheid subsidies als ze voldoen aan de erkenningsvoorwaarden.

Wie een ‘voorziening’ wil bouwen of uitbreiden, moet rekening houden met de bewonerscapaciteit die de overheid in een bepaald gebied voor een bepaald jaar verwacht. Door de besparingen zijn er lange wachtlijsten voor bejaarden of krijgen rusthuizen te weinig centen voor de zware zorg. Als de financiering tekort schiet, vergroot dat de werkdruk van de werknemers.

Big business

Bejaarden zijn ‘big business’ geworden. Commerciële groepen zoals het Franse Orpea claimen graag hun deel van de koek op de Belgische ‘markt’. Orpea arriveerde in 2012 in Franstalig België en breidde daarna uit naar Vlaanderen.

De groep exploiteert nu al 58 rusthuizen in ons land. Orpea hanteert een gemiddelde dagprijs van 55 euro en geeft zijn werknemers het strikte minimum. De aandeelhouders horen dan ook de kassa flink rinkelen.

De LBC-NVK vraagt bij Orpea al langer meer koopkracht voor het personeel en maatregelen om de werkdruk te verlichten. Maar de directie hield lang het been stijf. Diezelfde directie wilde niet weten van 20 nieuwe gesubsidieerde jobs, waarschijnlijk omdat de vakbondsafvaardiging dan mag controleren hoe die extra krachten worden ingezet.

Acties

Twee rusthuizen van Orpea gingen in staking omdat de directie zich niet toegeeflijk opstelde. Na drie weken actievoeren in de diverse landsdelen vroeg de directie de werknemers om opnieuw rond de tafel te zitten.

Zo lukte het dan toch om vooruitgang te boeken: een hospitalisatieverzekering voor de werknemers in de 58 rusthuizen, een extra vrije dag per jaar, aangepaste uurroosters en extra materiaal en uniformen voor het personeel.

De LBC-NVK vindt de toenemende commercialisering in de ouderenzorg een erg kwalijke ontwikkeling. Het is de taak van de overheid om erover te waken dat deze zorg goed, toegankelijk en betaalbaar blijft voor iedereen en dat de spelers de ontvangen subsidies voor het personeel correct gebruiken.

De belangen van aandeelhouders mogen niet primeren op de belangen van bejaarden en de samenleving in het algemeen. Wie de statistieken leest, beseft dat de commerciële spelers in Wallonië en Brussel al een groot deel van de ‘markt’ vertegenwoordigen.

In Vlaanderen is hun positie nog betrekkelijk bescheiden. De LBC-NVK strijdt al langer tegen commercialisering van de zorg. Maar de politiek en de werkgevers uit de non-profit moeten ook hun verantwoordelijkheid willen opnemen. Anders is het vechten tegen de bierkaai.

Dit artikel verscheen eerder in Ons Recht, het maandblad van de LBC-NVK.