Ons werkritme komt niet meer overeen met dat van onze bewoners

Op maandag 3 oktober 2016 bracht een delegatie van werknemers uit de ouderenzorg een bezoek aan minister van Welzijn Jo Vandeurzen. Ze wilden de minister duidelijk maken hoe het er in de sector werkelijk aan toegaat.

Constante in hun verhalen was de bezorgdheid dat de huidige werkomstandigheden niet toelaten om de bewoners de kwaliteit van de zorg te geven die ze verdienen.

Lucia: “Mijn collega’s van de schoonmaak hebben 2,5 minuten om een kamer te kuisen. Tijd voor een praatje met de bewoners is er al helemaal niet bij. De tijdsdruk zorgt ervoor dat hun werk absurde proporties aanneemt. De ene week moeten ze alles wat zich tot kniehoogte bevindt schoonmaken. De week erop alles tussen knie- en schouderhoogte. En de week erop alles daarboven. Zelf ben ik kok. En ik moet helemaal alleen elke dag voor 131 bewoners eten maken.”

Anita: “Wij zijn met zo weinig op de werkvloer dat wij er vaak pas in slagen om alle bewoners gewassen en aangekleed te hebben tegen 10 uur. Dan kunnen ze pas naar het ontbijt. En om 12 uur wordt de soep voor het middageten alweer opgediend. Niet te doen eigenlijk.”

Greet is hoofdverpleegkundige en kent het probleem van het personeelstekort maar al te goed: “Elke dag ben ik bezig met collega’s op te bellen en te vragen of ze niet extra kunnen komen werken. Jaren geleden kon je nog het verschil zien tussen weekbezetting en weekendbezetting. Nu werken we altijd aan zondagsbezetting. Als er één iemand ziek wordt, dan valt de bezetting als een kaartenhuisje in elkaar. We hebben gelukkig een mobiele equipe die al een deel van de afwezigheden opvangt maar het is zeker nog niet genoeg.”

Katrien pikt erop in: “Je moet ook weten dat veel collega’s al wat ouder zijn. Veel werknemers zijn ouder dan 45 jaar en vragen zich af hoe ze dat werk gaan blijven volhouden. Zeker nu we gaan moeten werken tot 67 jaar. Eén van mijn collega’s is 62. Enkele van onze bewoners zijn jonger dan haar.”

“Naast de toenemende zorgzwaarte, is één van de oorzaken van de zware werkdruk ook de niet aangepaste infrastructuur. Onze gebouwen zijn te oud waardoor we niet overal geraken met onze tilliften.” Zegt Kim die werkt in een groot maar erg verouderd woon en- zorgcentrum.

Anita: “Bij ons hebben ze logistiek assistenten laten afvloeien waardoor nu zorgkundigen en verpleegkundigen teveel tijd moeten steken in taken die eigenlijk door logistieke collega’s kunnen gebeuren. Daardoor blijft er minder tijd over om onze zorgtaken uit te voeren. De hygiënische zorg lukt nog maar de kwaliteit van de zorg in het algemeen lijdt daaronder. Zo komen wij bijvoorbeeld niet meer toe aan het knippen van de nagels van de bewoners. En dat is heel jammer. Want dat is toch ook een aspect van de kwaliteit van de zorg die je aan je bewoners wil geven.”

Een collega vult aan: “Collega’s van de ergo en de animatie moeten de maaltijdbegeleiding doen en dat gaat natuurlijk ten koste van de tijd die ze hebben voor de activiteiten en de voorbereiding ervan. En eigenlijk hebben bewoners daar toch recht op.”

De tussenkomst van Linda vat goed samen wat het probleem is in de ouderenzorg: “Onze job is meer en meer bandwerk geworden. Zo dreigen we te vergeten dat het rusthuis voor onze bewoners eigenlijk een thuis is. Ons werkritme komt niet meer overeen met het ritme van de bewoners. Veel bewoners voelen zich daar niet goed bij. Het is geen geheim dat veel van hen daarom ook antidepressiva moeten krijgen.”

Sharon werk in een rusthuis dat naast een groot ziekenhuis staat. Voor haar is het zeer belangrijk dat de nieuwe functieclassificatie ook voor de ouderenzorg zal gelden. “Sinds 15 jaar hebben de ziekenhuizen en de ouderenzorg dezelfde collectieve arbeidsovereenkomsten voor de lonen, de vakantiedagen, de eindejaarspremie, enz. Als er in de toekomst opnieuw grote verschillen zouden zijn dan gaat het erg moeilijk zijn om nog personeel te vinden dat wil werken in een rusthuis of een revalidatiecentrum. Dat mag echt nooit gebeuren!”

Een echte conclusie van het gesprek was er niet. Jo Vandeurzen heeft aandachtig geluisterd en vragen gesteld. De problemen van werkdruk en personeelstekort zijn niet nieuw voor de minister.

Tot slot hebben we nogmaals onze belangrijkste eisen samengevat:

1. Meer personeel is de sleutel tot een betere zorg en werkbaar werk voor alle collega’s.

2. De “ROB-erkenningen” met verouderde lage personeelsnormen moeten opgetrokken worden naar de hogere RVT-personeelsnormen. Er moet hierover dringend een drie partijen overleg opgestart worden met de minister, de werkgevers en de vakbonden.

3. We vragen een ontmoeting met de zorginspectie.

4. De nieuwe functieclassificatie moet ook van toepassing worden voor de ouderenzorg, daar mag geen enkele twijfel over bestaan.

5. Meer jobs, werkbaar werk en een nieuwe functieclassificatie krijgen we het beste voor elkaar in een sociaal akkoord dat over meerdere jaren loopt.